De blaarkop is een oud runderras dat al in de late Middeleeuwen werd beschreven. Van oudsher komt de blaarkop voor in de provincie Groningen maar ook in de Rijnstreek tussen Utrecht en Leiden. De blaarkop is van oorsprong een dubbeldoelkoe van het vlees-melktype (60%-40%) gekenmerkt door een acceptabele melk- en vleesproductie. Blaarkoppen zijn dus gefokt met iets meer nadruk op de vleesaanzet dan op melkproductie.
De bouw van het dier is solide, met mooie verhoudingen en een gepaste bespiering. De kop is gehoornd en de romp mooi gewelfd. Vanwege haar opvallende verschijning wordt de Blaarkop wel heel chique ‘de koe in chaquet’ genoemd. De kleur is egaal zwart of rood met een witte kop met ‘blaren’ (kringen rond de ogen).